In Hua Hin zelf zijn geen duikfaciliteiten maar Rob kan toch een tripje boeken via de hostess. De volgende ochtend staat een busje klaar en samen met een Deens stelletje rijden we naar Bang Saphan Noi, enkele uren rijden naar het zuiden. In een hotel bij het strand runt een Deense jongen een klein duikschooltje met de lugubere naam "Tottaly Wreck Diving." We gaan met een roeibootje naar een grotere motorboot en maken 2 duikjes voor de kust. Het zicht is niet echt om over naar huis te schrijven en op een paar stukjes koraal en wat visjes na is er weinig te beleven onder water. Die avond komt Rob laat terug in het hotel. Voor mooie duiken moet je toch echt wat meer naar Zuid-Thailand, zo zal 2 jaar later ook blijken.




Reisverslag 22-daagse groepsrondreis door Thailand met Fox reizen.
Na jaren rondtrekken door het zuidwesten van de VS waren we toe aan wat anders. Het zou onze eerste reis naar Azië worden en we kozen bewust voor een groepsrondreis omdat we georganiseerd op reis wilde en in korte tijd veel van het land wilde zien. Fox Reizen heeft al jaren de Emerald-reis in het pakket zitten, een reis die overwegend goed valt vanwege de mix aan cultuur in Bankok en het midden van Thailand en de natuur in de bergen van Noord-Thailand.

Thailand is een koninkrijk dat in het oosten wordt begrensd door Laos en Cambodja, in het westen door Myanmar (Birma) en de Andaman Zee, in het uiterste zuiden door Maleisië en in het zuidoosten door de Golf van Thailand. Het land heette tot 1949 Siam. De Thaise naam van het land is "Prathet Thai", waarbij Prathet land betekent en het woord Thai vrij betekent. Thailand betekent dus letterlijk "vrij land". Koning Bhumibol de Grote (spreek uit: "Boemipon") is alweer de 9e koning van de Chakri-dynastie in Thailand. Hij is koning sinds 1946. Op 5 mei 1987 kreeg hij de eretitel "De Grote" toebedeeld, sinds 1988 is hij de langst heersende koning in de Thaise geschiedenis en sinds 2000 de oudste koning die Thailand ooit heeft gehad. Sinds 2000 is hij ook de langstzittende monarch in de wereld.
Bron: Fox Reizen
Vertrek vanaf Schiphol.
Onze reis vertrekt vanaf Schiphol, waar vandaan we rechtstreeks op Bangkok vliegen met China Airlines. Fox heeft de goede gewoonte om een hostess bij de incheckbalie te stationeren die de tickets overhandigt en je van informatie voorziet om aan de reis te beginnen. We hebben weer maar eens geluk want omdat het druk is met inchecken besluiten we eerst koffie te gaan drinken en later terug te komen. Dan blijkt de economyclass helemaal vol te zitten en mogen we in de eerste klas op het bovendek plaatsnemen in luxe stoelen en dito bediening. De vlucht duurt een kleine 11 uur en we hebben eigenlijk nog nooit zo relaxed gevlogen.

Aankomst in Bangkok.
Bangkok heeft een erg druk vliegveld en het is daarom even zoeken naar het Fox-bordje als we door de douane zijn. Onze gidsen voor de komende 22 dagen blijken een Nederlander en een Thai te zijn, Bob (verder te noemen als Mr. Bob) en Sonny, een Thaise oud-monnik die zowaar redelijk Nederlands blijkt te spreken en meteen al in de bus bewijst vol humor te zitten. Mr. Bob is wat gereserveerder maar het belooft gezellig te worden met dit duo. We gaan met de bus naar het Bangkok Palace Hotel en maken kennis met het fenomeen welkomstdrankje. Dit is zowat een vaste gewoonte bij ieder hotel in Thailand. Het is ondertussen een uurtje of 10 in de ochtend en we hebben dus een nachtje overgeslagen. Mr. Bob stelt voor om even snel op te frissen en dan naar de Bayoke-toren te lopen om te lunchen. Als makke schapen lopen de reisgenoten even later nog wat onwennig achter Bob en Sonny aan, op weg naar de toren.

Bangkok.
Bangkok is een enorme metropool met naar schatting meer dan 15 miljoen inwoners. Het is de grootste stad en tevens middelpunt van het koninkrijk Thailand. Bangkok is gevarieerd en dynamisch, maar ook berucht om de constante verkeerschaos en ernstige (lucht)vervuiling. Vanaf 1782 is Bangkok de officiële hoofdstad. Pas sinds de jaren zeventig is Bangkok in de hoogte gegroeid met de ene nieuwe wolkenkrabber na de andere en drukke snelwegen die dwars door de stad lopen. Geen plek om zelf te rijden! Om de verkeersdrukte tegen te gaan, werd de Skytrain in het leven geroepen. Hoewel die slechts twee lijnen kent, is het een van de beste manieren om je door de veel te drukke stad te verplaatsen.

De Baiyoke Tower is het hoogste hotel ter wereld. Het gebouw is 309 meter hoog (met mast erbij 328 m) en heeft ongeveer 85 verdiepingen. Het gebouw bestaat uit 673 hotelkamers en heeft een publiek observatiedek op de 77ste verdieping. Op de 84ste verdieping bevindt zich een ronddraaiend luchtdek waar we een kijkje gaan nemen. We hebben een prachtig overzicht over de stad en gebruiken hierna de lunch in buffetvorm op de 77e verdieping.

Eind van de middag zijn we weer terug in ons hotel en na een briefing over de route voor de komende dagen en een korte kennismaking met de andere reizigers gaan we lekker op tijd naar bed. Morgen hebben we een zwaar programma.

Verblijf in Bangkok.
De volgende ochtend beginnen we de stadsbezichtiging met een bezoek aan de Wat Traimit, de tempel van de Gouden Boeddha die drie meter hoog is en 5,5 ton weegt. Dit beeld in Sukhotai-stijl, het grootste gouden beeld ter wereld, werd ongeveer 40 jaar geleden ontdekt toen een pleisteren muur van een tempel verplaatst werd en van een kraan viel. De Wat Traimit zelf stamt uit de 13de eeuw. Het is hier erg druk want hele hordes toeristen verdringen zich om een glimp van het beeld op te vangen. Dit is ook de reden dat we al zo vroeg zijn vertrokken.
Het Koninklijk Paleis is een groot complex dat is gebouwd in 1782 en omgeven is door hoge muren. De totale lengte van de muren bedraagt 1900 meter. Binnen de muren zijn er regeringsgebouwen, de Koninklijke Kapel van de Emerald Boeddha en de Koninklijke residenties.Toen Siam het recht en orde herstelde na de val van Ayutthaya, leefde de monarchie in Thonburi, op de westoever van de Chao Phraya rivier. Er werden op deze plaats kloosters en andere publieke gebouwen geplaatst. Ook werd er een paleis gebouwd, dat niet alleen diende als zijn residentie maar ook plaats maakte voor regeringsgebouwen.
We zullen deze reis heel veel tempels zien en bezoeken en Bangkok is nog maar slechts het begin. De volgende Boeddha is de Wat Pho, de liggende Boeddha. De tempel biedt onderdak aan meer dan duizend Boeddha afbeeldingen, meer dan enige andere tempel in het land. Daarnaast is hier dus ook de grootste enkelvoudige Boeddha te vinden: de liggende Boeddha. Dit beeld maakt onderdeel uit van de restauratie van koning Rama III, is 46 meter lang en 15 meter hoog. De liggende Boeddha is rijkelijk versierd met bladgoud en met parelmoer op de ogen en voetzolen. De voetzolen tonen 108 afbeeldingen in een Chinese en Indische stijl. Na een snel rondje om het indrukwekkende beeld rijden we naar het Grand Palace om daar wat rond te lopen maar vooral ook om de Emerald Boeddha te gaan bekijken.
Rondom de gebouwen zie je beelden van olifanten, garuda`s en prachtige tempelwachters. We kwamen ogen tekort want het complex ziet er schitterend uit met prachtige goudkleurige tempels. De tuinen, voorzien van bonzaibomen, zijn zeker niet minder indrukwekkend. Voor een bezoek aan het paleis is gepaste kleding vereist en korte broeken, mouwloze shirts en teenslippers zijn niet toegestaan. Ook fotograferen en filmen mag niet overal. Helaas mag je ook de Emerald Boeddha niet fotograferen. Bij vertrek maken we nog snel een groepsfoto voor het Grand Palace waarna we gaan lunchen in het hotel.
Die middag zijn we vrij en we besluiten een beetje bij het zwembad rond te hangen en wat te zwemmen. Anderen laten voor €100,- een kostuum of jurk in elkaar knutselen bij een kleermaker. Onze reisleiding zorgt er trouwens voor dat de verveling onder geen beding kan toeslaan en telkens eten we dan ook weer in een ander hotel of restaurant.

Na het diner hebben we nog wat tijd om naar Patong te gaan voordat we die avond een travestietenshow zullen gaan bewonderen. Joep, een rasechte Amsterdammer in onze groep, zal ons wel eens even wegwijs maken in de rosse buurt van Bangkok. In de krioelende mensenmassa zien we geen dames van lichte zeden. Wel kunnen we een blik werpen op de paaldansende dames (Joep noemt het palenpoetsers) die verleidelijk dansen in de vele bars. Het is een apart wereldje en de marktkraampjes op straat maken de chaos compleet. Nadat we nog even snel een "Bleitling"  hebben gescoord gaan we in draf terug richting travestietenshow. Het is een mooie show maar ja, als je niet van travestieten houdt is de lol er snel af. Na afloop mogen we met de "dames"op de foto en van dichtbij zien ze er best wel eng uit.

De Chao Prajah.
Deze rivier is de hoofdrivier waarlangs de geschiedenis van Bangkok zich door de eeuwen heen heeft ontwikkeld. Belangrijke bezienswaardigheden, zoals de Wat Arun, de Wat Pho en het Bang Pa-in zomerpaleis zijn op de oevers van deze rivier gebouwd. We bekijken ze vanaf onze boot die in een rustig tempo over de rivier dobbert. Er zijn ook veel vertakkingen/kanalen die het hart van de stad met de buitenwijken verbinden. Ons boottochtje brengt ons in een aantal van die kanalen of 'klongs'
Na de lunch gaan we met de boot nog naar de pottenbakkers van Koh Kred waar we zien hoe een leger arbeiders bezig is met het maken van terracotta potten die overigens in groten getale naar Nederland worden verscheept. Onze laatste dag in Bangkok gaan we nog naar de Nakhon Pathom tempel met de hoogste Chedi ter wereld (116m) en zien we een show met traditionele dans in de Rose Garden. Die avond gaan we weer de rivier op met een luxe dinerboot, onderzoeken we nog effe snel Patong en maken we kennis met de Tuktuk. Racend achter elkaar aan rijden we met hoge snelheid dwars door de stad. De chauffeurs nemen de wedstrijd serieus maar wij lachen ons rot. Het is echt geen gezicht.

Na 3 volle dagen Bangkok hebben we voorlopig weer wel genoeg stad gezien. Het word tijd om verder te reizen naar het beroemde Kanchanaburi, ten westen van Bangkok. De eerste stop is bij een kokossuikerfabriekje en hierna stopt de bus bij kleine bootjes die ons in een vlot tempo door smalle kanalen naar de drijvende markt van Damnem Saduak zullen brengen. We kijken hier erg naar uit want het moet mooie plaatjes opleveren.
De drijvende markt van Damnern Saduak.
Als we aankomen, worden we in een rondvaartbootje gepropt en gaan we op weg naar de markt. Al voor zonsopgang zoeken de lokale vrouwen in hun platte bootjes vol groenten, fruit, vis en souvenirs een goed plekje langs de oever van het kanaal om hun koopwaar aan de man te brengen. Er zijn zelfs smalle bootjes die een grote wok of een pan met kokende olie aan boord hebben om gerechten ter plekke te bereiden. De meeste vrouwen hebben een hoedje van stro op hun hoofd. Het is een mooi en kleurrijk gezicht met al die groente en fruit.


Als Nederlanders zijn we haast verplicht om te stoppen bij de erebegraafplaats in Kanchanaburi
Ereveld Kanchanaburi. Dit is één van de drie rustplaatsen voor de slachtoffers van de Birmaspoorlijn, waaronder ook Nederlanders. De begraafplaats wordt door de Nederlandse overheid dan ook erkend als officieel Nederlands ereveld. Het veld ligt aan de oevers van de Mae Klong rivier. Het eerste dat je ziet is een groot marmeren kruis ter nagedachtenis aan de slachtoffers. Het is niet precies bekend hoeveel Nederlandse slachtoffers hier liggen, nogal wat graven zijn namelijk anoniem. Het is een indrukwekkend bezoek en na een korte wandeling over de begraafplaats rijden we door naar de oevers van de rivier de Kwai.
De Brug over de rivier de Kwai.
Deze beroemde spoorbrug is gebouwd als onderdeel van de evenzo beruchte Dodenspoorlijn. De brug is gebouwd over de rivier de Khwae Yai (grote Kwai, Khwae in het Thais) vlak voor hij samenvloeit met de Khwae Noi (kleine Kwai) om de Klong rivier te vormen. Bij de constructie van de spoorlijn verloren veel westerse krijgsgevangenen het leven, waaronder ook veel Nederlanders uit toenmalig Nederlands-Indië. Echter, bij de constructie van de brug zelf vielen relatief weinig doden (9). De huidige brug is het originele exemplaar, de hulpbrug werd eerst ongeveer 200 meter stroomafwaarts gebouwd en was een houten constructie die voor aanvoer van materiaal diende. De huidige brug werd een aantal keren gebombardeerd, wat te zien is aan de gedeeltes met rechthoekige boogconstructies in plaats van de originele ronde. De brug is vooral bekend van de speelfilm "Bridge on the River Kwai".

Met een korte boottocht varen we onder de brug door en als we even later een wandeling over de brug maken beseffen we eigenlijk dat de omgeving meer indruk op ons maakt dan de brug zelf. Het lugubere verhaal erachter maakt wel een diepe indruk als we een bezoek brengen aan het JEATH-museum waar duidelijk wordt getoond onder welke onmenselijke omstandigheden de krijgsgevangenen aan de spoorlijn en brug hebben moeten werken.
Die middag zien we met eigen ogen ook nog een stuk van de Birmaspoorweg als we een rit maken met een gammel treintje langs steile afgronden in de Thaise jungle. De Dodenspoorlijn of Birmaspoorweg is de bijnaam die gegeven is door de geallieerde krijgsgevangen die gedwongen werden de spoorbaan aan te leggen tussen Thailand en Birma. Het werk begon in 1942 en werd 16 maanden later voltooid, ondanks berekeningen van Japanse ingenieurs dat het minimaal 5 jaar zou duren om de 415 kilometer lange spoorlijn aan te leggen. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 dwangarbeiders. 15.000 krijgsgevangenen stierven aan uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen waren dus ongeveer 3000 Nederlanders.

Naar Phitsanuloke via Ayutthaya.
Onze reis gaat verder noordwaarts, naar de tempelruïnes van Ayutthaya die te vinden zijn in het centrale laagland van Thailand. Ayutthaya betekent in feite: 'niet te veroveren'. 4 eeuwen geleden was dit een prima naam totdat de Birmezen in 1765 de schitterende miljoenenstad met meer dan 2000 tempels plunderden en de inwoners afslachten of als slaven wegvoerden. Het was het einde van de belangrijkste grootmacht van Zuidoost Azië op dat moment.

Tussen de ruines kun je leuk wandelen en het geeft een aardig beeld van de omvang van de stad in betere tijden. We vervolgen de tocht naar Phitsanuloke waar we de lunch genieten en een middagje vrij te besteden hebben. Die avond maken we nog een dinercruise over de Wan-rivier en rijden we met fietstaxi's naar de Pak Boeng show, een attractie op de markt waar ze groente over grote afstanden overgooien tijdens het wokken.

Phitsanuloke, de oude hoofdstad.
Phitsanuloke is één van de vroegere Koninklijke verblijfplaatsen op 370 kilometer te noorden van Bangkok. De stad ligt aan de linkeroever van de Nan rivier. In de stad herinnert nog maar weinig aan het verleden, want de oude stad werd grotendeels verwoest door een grote brand in de jaren zestig.  Het nieuwe Phisanuloke is slechts een verzameling betonnen winkels. Gelukkig is de belangrijkste tempel, de Wat Phra Sri Ratana Mahathat, bij de brand gespaard gebleven en ook nu nog steeds een belangrijk heiligdom voor de Thai. We bezoeken de ruines met een treintje. Ze hebben een hele mooie ligging en de vijvers die er omheen liggen zorgen wederom voor betoverende plaatjes.
Onderweg naar Chang Rai maken we nog kennis met het eten van levende garnalen. Niet iedereen staat te springen als ze het soepje zien waarin levende garnalen proberen springend hun dood te ontvluchten. In de omgeving is de rijstteelt de belangrijkste bron van inkomsten en de rijstvelden vloeien prachtig over in de wilde jungle. Laat in de middag komen we aan in Chang Rai waar we de avondmarkt maar weer afstruinen naar souvenirs.

Naar Chang Rai.
Chang Rai is onze uitvalsbasis voor een bezoek aan de bergstammen in het noorden en de beruchte Gouden Driehoek, het gebied waar Thailand, Birma en Laos samenkomen en waar de productie van opium welig tiert. Na een korte stop in een grensdorp met Birma rijden we naar de oevers van de beroemde Mekong rivier. Sonny maakt er een spannend verhaal van. Volgens hem willen de rebellen in Laos nogal eens schieten op de boten die over de rivier varen. We houden de oever aan de overkant scherp in de gaten en zien onze boot plotseling richting Laos varen. We gaan namelijk een kort uitstapje maken over de grens. Als we aankomen, moeten we een visum kopen en krijgen we een stempel in ons paspoort. In het bos staan wat winkeltjes en er lopen wat dieren rond. Verder is er weinig te beleven en we blijven dan ook maar kort in Laos.

Sonny is vroeger monnik geweest in een tempel vlak in de buurt. We maken er een stop en drinken thee met de monniken die heel aardig zijn en soms redelijk Engels spreken. We slaan ook wat levensmiddelen in want later op de dag gaan we met de jeep naar de bergstammen. We ontmoeten de Ayho-stam en zien onder welke armoedige omstandigheden ze leven als we hun dorp bezoeken. Hoger op de berg zien we de eerste Akha-vrouwen al staan te wachten op de volgende meute toeristen. Ze zijn weliswaar kleurrijk om te zien maar dringen zich heel erg op om hun snuisterijen aan de man te brengen die voornamelijk bestaan uit armbandjes versierd met kraaltjes en muntjes. Hun tanden zijn vuurrood van het eten van een bepaalde wortel. Vergeleken bij ons westerlingen zijn het maar dwergen. In een nabij gelegen Akha-dorp delen we onze goederen uit en vergapen de kinderen zich aan de beelden die we van ze maken met de videocamera's. De avond na het diner krijgen we nog een optreden voorgeschoteld van een aantal Lahoe-dansers (ook een stam). Beetje toeristisch maar och.
Van Chang Rai naar Chang Mai.
2 dagen lang zullen we in Chang Mai verblijven om van daaruit de highlights te bezichtigen en wat op eigen gelegenheid van de stad te zien. Samen met Marcel zijn we iedere avond te vinden tussen de honderden stalletjes in de stad om een Formule-1 blouse te scoren voor zo min mogelijk geld. Anderen kiezen ervoor om op een vrije middag een traditionele Thaise massage te doen. Het is een grappig gezicht, al die toeristen op de grond met die kleine Thaise meisjes er bovenop. De meeste van de groep kijken ondertussen al uit naar de excursie naar de olifanten in Mae Tang.

Voor het echter zo ver is gaan we de berg op om de Wat Prasart Doi Suthep te bekijken. Deze tempel (naar onze mening de mooiste van de reis) is te vinden op 1900 meter hoogte op ca. 15 kilometer ten noordwesten van Chang Mai. Op de parkeerplaats heb je de keuze de Wat te betreden via een maar liefst 290 treden tellende trap met Naga's (mythologische, 7-koppige slangen) als leuning of met een kabelbaantje. Natuurlijk beklimmen wij de trap met als beloning een hele mooie tempel met nog meer goud. We lopen rondom het complex en hebben vanaf de berg een uitzicht over de stad. Het terrein van de tempel staat vol met Boeddhas, Ganesh en beelden van olifanten. Langs de muren hangen gebedsbellen en onder een apart afdakje staat een hele grote bel. Op de binnenplaats doen we onze schoenen uit en betreden een tempel waar we een zegening ontvangen van een monnik. De 24 meter hoge, met goud bedekte chedi vraagt toch het meeste van onze aandacht. Om de chedi heen staat een ijzeren hek met deva's (engelen). Men offert er wierook en lotusbloemen, net als op zoveel plaatsen in Thailand. Kort samengevat is dit één van de mooiste tempels van Thailand. Het avond diner hebben we weer in steil met diverse dansgroepen tijdens het eten.
Dag 2 staat in het teken van kunstnijverheid in het gebied rondom de stad. We bezoeken goud- en zilversmeden (wat natuurlijk weer geld kost), zien hoe uit teakhout de meest mooie meubels worden gemaakt en zien verder hoe ze de bekende paraplus in notime in elkaar zetten. We brengen nog een bezoek aan een orchideeënfarm en zien hoe zijde wordt gemaakt op een bedrijfje waar ze zijderupsen van hun spinsel ontdoen. Op zich een hele leuke dag met veel afwisseling en interessant om eens van dichtbij te zien waar nou zijde vandaan komt.

De olifanten van  Mae Tang.
De volgende dag zit iedereen al opgewonden aan het ontbijt want vandaag zullen we een olifantentrainingskamp gaan bezoeken en gaan rijden op de olifanten. Het park ligt op ongeveer 60 kilometer van Chang Mai en is bekend door de tochten die je er kunt maken op een olifant door de Maetaman-vallei. We krijgen eerst een uitleg over het kamp en de bewoners en zien hoe de olifanten van jongs af aan getraind worden voor het werk in de bossen. De kleine olifantjes lopen chaotisch rond en zijn helemaal gewend aan de toeristen die iedere dag opnieuw weer banaantjes brengen. Het is ook een grappig gezicht, al die kleine slurfjes. Bij de rivier is juist groot onderhoud aan de olifanten gaande en we bekijken de wasbuurt vanaf veilige afstand. Ze spetteren namelijk nogal, die grote jongens.

En dan is het tijd om zelf een stuk op de rug van een olifant door het bos te trekken. De gids loopt een heel eind voor ons en hoeft slechts te fluisteren om zijn commando's te geven die de dikhuid onherroepelijk opvolgt. Als Rob iets roept naar één van de mensen van de groep gaat onze olifant plotseling door de knieën. Het bleek een commando te zijn. Al met al is het een prachtige rit maar ook  wel een klein beetje toeristisch. Tijdens een korte tocht met een bamboevlot even later komen we nog in aanvaring met een olifant die juist lekker aan het badderen is. We schrikken ons een hoedje maar voor de olifant en de toeristen loopt het gelukkig goed af. We gaan terug naar de bus met een aftandse ossenkar en dito os.
Na de olifanten nemen we nog een snelle blik in een Karen-dorp waar kinderen spelen met houten speelgoed. Langs rijstvelden en dikke jungle komen we die avond weer terug in Chang Mai.

Helaas slaat het noodlot die avond toe. Het voedsel blijkt niet helemaal koosjer te zijn en de volgende ochtend zijn slechts een handjevol leden van de groep bij het ontbijt. De rest ligt doodziek op bed, te creperen door een voedselvergiftiging. Sonny ritselt wat medicijnen maar het duurt nog wel een dag voor de eerste zieken weer een beetje kunnen eten. Na de reis krijgen we van Fox Reizen nog een dag terug vanwege dit incident. Laat in de middag brengt de bus ons naar Pai in het hartje van de Gouden Driehoek. Sommige daredevils gaan te voet op weg om een duik te nemen bij een waterval in de buurt. Onderweg er naartoe horen we gesmoes in de bosjes. Het blijken drugsdealers te zijn die hun heroïne willen slijten. Gelukkig zijn we van tevoren gewaarschuwd en laten we ze links liggen. We slapen die nacht in mooie lodges, midden in de natuur. Op een enkeling na zijn de darmperikelen weer snel vergeten.



De volgende dag bezoeken we een dorp van de Lisu-stam. Achter een scherm zien we een grote sattalietantenne staan…. Ook bezoeken we nog de heilige visgrot van Tam Plah en bekijken we warmwaterbronnen die stinken naar rotte eieren. De natuur is hier overigens prachtig tussen de bergen. 
Het uitstapje naar Mae Hong Son heeft als belangrijkste doel de wereldberoemde langnekstam te gaan bezoeken. Het dorpje Ban Nai Soi bereiken we na een kort ritje met een bootje. Net als iedereen die hier komt vergapen we ons aan de vrouwen met de loodzware koperen ringen om hun nek, armen en benen. De ringen om de nek verstoren de groei van hun sleutelbeenderen en dat is de reden dat het lijkt alsof ze een hele lange nek hebben.  Een volwassen vrouw draagt ongeveer twintig of meer ringen om haar nek. Op 5/6-jarige leeftijd worden de eerste ringen aangebracht bij de meisjes.
Van Mae Hong Son Via Chang Mai naar Bangkok.
Na het bezoek aan de beroemde Long Necks zit onze missie in de bergen van Noord-Thailand erop. Normaliter ga je met een jeep terug naar Chang Mai maar wij hebben het geluk dat er een binnenlandse vlucht gaat. heel vaak gaan deze vluchten niet door vanwege de mist die altijd in de bergen lijkt te hangen. Wij hebben dus geluk en tegen de avond arriveren we op het treinstation van Chang Mai waarvandaan we de nachttrein nemen naar Bangkok.
Het is een bijzondere belevenis in de trein maar wel een leuke manier om te reizen. Er is een natje en een droogje en tegen de tijd van slapen gaan komt een purser de zitplaatsen ombouwen naar slaapplaats. Het geboemel van de trein zorgt ervoor dat je snel in dromenland bent en voor ons gevoel zijn we al weer bijna in Bankok als we de volgende ochtend wakker worden. Het duurt echter nog een paar uurtjes maar ontspannen en uitgerust arriveren we uiteindelijk op het centraal station vanwaar we verder reizen naar onze standbestemming voor de laatste paar dagen. De meeste gasten gaan door naar Pattaya Beach maar wij hebben gekozen voor een wat luxere accommodatie in Hua Hin, onder Bangkok.
Verblijf Hua Hin.
Het Rose Garden Hotel in Hua Hin is een prachtig strandhotel dat erg in trek is bij de Koninklijke familie. Het hotel heeft prachtige tuinen en een rustig strand en we vermaken ons hier prima in de luxe van badjassen en Thaise slippertjes. Als we op het strand liggen te zonnen ontstaat er rumoer in het water als iemand met een waterscooter als een wilde tekeer gaat. Een 10-tal mannen gaat in paniek achter hem aan. De onbekende gast blijkt één van de prinsen te zijn en als hij even later verwaand zijn scooter op het strand gooit rennen de beveiligingsmensen in paniek achter hem aan. Het is een apart schouwspel en als we de volgende ochtend een duikje in het zwembad nemen, waar op dat moment de prins zijn rondje maakt, is het weer een bijzonder spektakel.
Terug op het vliegveld van Bangkok ontmoeten we onze medereizigers weer en gezamenlijk vliegen we terug naar Schiphol. Het waren 22 onvergetelijke dagen die een goed beeld gaven van Thailand. De relaxte manier van reizen maakt dat we uitgerust weer aan het werk kunnen na ruim 3 weken cultuurhappen in Thailand.

Algemene indruk van de reis.
Ondertussen zijn we eigenlijk van mening dat alleen reizen toch leuker is dan met een groep. Maar het heeft toch ook zo z'n voordelen. Fox organiseert een reis waarin je zelf niet eens je koffers hoeft te dragen. Er is een busboy in de bus die op de bagage let en de drankjes regelt en de gidsen doen hun uiterste best om het de toeristen naar de zin te maken. Kortom, je hoeft dus nergens over na te denken en ziet toch in korte tijd veel van het land. Fox ziet toch telkens weer kans om variatie in de reis te brengen door telkens te kiezen voor een ander vervoermiddel. We hebben gevaren, gevlogen, gereden, getreind, reden mee met de Tuktuk en gebruikten in de stad vaak fietstaxi's.

Sommige bezoekers aan Thailand zullen zeggen dat het wel heel veel tempels zijn. Voor ons was het een eerste kennismaking met Azië en we vonden het een goed besteedde  3 weken om rond te reizen in een land met vriendelijke Thai, heerlijk eten en een prachtige cultuur. Variatie is eigenlijk iedere dag wel aanwezig met uitzondering van de beestjes want die zijn voor het overgrote deel al in de soep en de rijst verdwenen. De Boeddistische cultuur zette ons wel aan het denken over onze eigen drukke levenswijze……… Met de groep hadden we veel geluk en iedere dag werd er veel gelachen en kwamen de sterke verhalen naar boven.

Als je Oosters eten lekker vindt dan moet je zeker naar Thailand. De combinatie van zoet en zuur maakt (voor ons althans) iedere maaltijd weer één groot feest!

Wij genoten van Thailand en raden iedereen aan om eens wat verder het land in te gaan dan Pattaya.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Reisverslag Thailand 2002