Dag 1. Woensdag 28 juli 2010 - Vertrek naar Madagaskar.

Het is al over 3-en als we met de auto op weg gaan naar Schiphol. Het is lekker rustig op de weg en rond half 5 arriveren we bij het Autohotel in Rijssenhout. Voor 115 euro mag onze auto hier 22 dagen overnachten. De service met het halen en brengen naar Schiphol is er erg goed geregeld. Bij het inchecken aan de balie blijkt dat onze koffers en tassen netjes op gewicht zijn. Een extra tas zit volgestouwd met 10 kg aan kleding die Wendy van Ramartour een nieuwe bestemming zal gaan geven. We eten nog wat en gaan op het gemak naar gate F9 waar een Boeing 777-200 van Kenya Airways al staat te wachten.
We gaan stipt om 20:40 de lucht in. Het zicht is grandioos, we kunnen zelfs Breda zien liggen. De vlucht gaat via Dusseldorf, Milaan, Malta en Libië. Om 05:30 landen we (+ 1 uur tijdverschil) op de luchthaven van Nairobi voor de transfer naar Madagaskar. De vluchtduur bedroeg 7 uur en 50 minuten, exact zoals gepland. De transferruimte van Nairobi is erg bedompt, donker en vooral ongezellig. We kunnen niet anders dan maar in de wachtruimte voor de gate gaan zitten en vallen allebei van vermoeidheid in slaap. Om 08:30 uur stijgen we weer op met een Boeing 737-600 van Kenya Airways voor de 3 uur durende vlucht naar Tana, de hoofdstad van Madagaskar. Het is inmiddels de 29e.
Dag 2. Donderdag 29 juli - Aankomst in Tana (Antananarivo).

De aanvliegroute op Tana is een beetje vreemd. We scheren laag over rijstvelden en vlak onder ons zien we vissers in kleine bootjes op een meertje. We landen netjes op tijd om 11:30 uur en verlaten het vliegtuig met de trap, op weg naar Immigration. Hier zien we hoe ze bedacht hebben om met 6 man sterk met onze paspoorten aan de slag te gaan. Het gaat op zijn Afrikaans, want onze paspoorten gaan door verschillende handen. De eerste persoon opent je paspoort, de tweede typt wat in de computer, de derde zet een stempel, de vierde een handtekening, de vijfde vouwt je paspoort dicht en de zesde persoon geeft het uiteindelijk aan je terug. Het duurt een kleine 20 minuutjes maar dan hebben we toch eindelijk ons stempeltje en kunnen we de koffers van de band afhalen. Eenmaal buiten zoeken we in de drukte naar een bordje met onze naam erop. Niks te zien en na een tijdje besluit Anita om Ramartour maar eens te bellen. Er blijkt niets aan de hand te zijn, de chauffeur staat in de file en is zo bij ons.
Even later maken we kennis met Joel, onze jonge chauffeur met zijn oude Peugeot 306. Op het vliegveld wisselden we nog voor 500 Euro aan Ariary. Voor het gemak rekenden wij tijdens onze reis voor 1 Euro - 2500 Ariary, maar het zal ergens tussen de 2500 en 2700 Ariary liggen.  Joel vindt het een beetje veel maar goed, we kunnen een tijdje vooruit. Dwars door de stad rijden we naar het Meva Guesthouse waar Wendy en Jonah ons al staan op te wachten. We kunnen in hun huisje meteen aanschuiven voor de lunch en Jonah toont ons vol trots hun nieuwe stulp, het Meva Guesthouse wat nog in aanbouw is. Na een goede briefing en de uitreiking van een gsm voor noodgevallen brengt Joel ons naar ons hotel voor de nacht, het Niaouly-hotel in de oude stad. Omdat wij het eerste gedeelte van de reis naar een gebied gaan waar Joel nog nooit is geweest, krijgen we een extra chauffeur mee, Luc.
Het hotel is redelijk netjes en gezellig, de kamer is simpel maar wel met een balkonnetje en een mooi uitzicht over de stad. We slaan nog even snel wat water en cola in,  maken ons eerste Beekse bakske (een Nederlands bakkie Nescafé) en gaan om 20:00 uur voldaan en moe naar bed. Het loopt allemaal op rolletjes tot nu toe.  Om 03:00 uur zijn we klaar wakker maar zien toch kans om nog tot 06:40 uur in bed te blijven.
Dag 3. Vrijdag 30 juli- Naar het oosten van Madagaskar van Antananarivo naar Andasibe NP
( bezoek Peyreiras reserve en Mitsinjo Reserve) - 130 km.
Vandaag gaat het grote rondreisavontuur beginnen! We maken kennis met het simpele Petit Dejeuner en zien om stipt 08:00 uur Luc en Joel met een grote 4x4 voor het hotel arriveren. We rijden eerst dwars door de drukke en chaotische hoofdstad maar zijn al snel weg uit het drukke verkeer wat plaatsmaakt voor natuur en cultuur. Overal zien we rijstvelden, elk gaatje in het landschap lijkt hiervoor benut. Om 11:00 uur komen we al aan bij het Peyreiras Reserve, een kleine reptielenzoo. In het uur dat we hier zijn, zien we al vele soorten kameleons, slangen, een vliegende hond en een Tomatofrog die bij ieder bezoek van een toerist opnieuw uit de grond wordt gehaald.
Deze tomatenkikker is dan ook een beetje humeurig en blaast zich op tot lachwekkende proporties. Het is een leuke eerste indruk van de bijzondere dieren in Madagaskar.

Na een kwartiertje rijden komen we aan in een dorpje en eten een heerlijke Indisch-achtige lunch die voor ons 3-en nog geen 10 euro kost. Luc rijdt alvast met de auto een stukje door en Joel neemt ons mee over de lokale markt waar Jan Rap en z n maat probeert aan de kost te komen en alles wat je je maar kunt bedenken te koop aanbiedt. Heerlijk, we zijn weer terug in Afrika. Buiten het dorp komen we aan bij de opleidingsschool van de Gendarmerie. Ze hebben hier een klein museum maar dat stelt niet zo heel veel voor. De suppoosten zijn echter enthousiast en dus zijn wij dat ook maar. Er staan poppen met oude uniformen, er hangen veel foto's en er is een kleine verzameling vuurwapens. Buiten staan wat oude kanonnen en mortieren opgesteld en een paar stokoude voertuigen. Er hangt een beetje een verlaten sfeertje.
Hierna gaan we door naar onze eerste lodge van de rondreis; Grace Lodge. Het ligt er mooi bij, midden in de natuur, maar we bedenken ons dat het in de zomer, als de bloemetjes allemaal bloeien en de temperatuur wat aangenamer is, het nog aangenamer toeven moet zijn in Grace Lodge. Nu is het er een beetje koud en klammig zelfs, van het zwembad maken we dan ook maar geen gebruik. De huisjes zijn overigens erg schoon en hebben een leuke veranda.

Deze avond staat er voor het diner nog een nachtwandeling op het programma in het Mitsinjo Park. Echt nacht is het nog niet want we vertrekken al om 18.00 uur maar het is al donker genoeg om nachtdieren te spotten. Rob neemt uit voorzorg voor het vocht de kleine camera mee. Later blijkt dat een stomme zet want we zien langs de weg door het nationale park onze eerste kameleons in het wild waaronder de Brookesia Peyierasi, één van de kleinere soorten en ook een groene kikker.
Als we een uurtje of anderhalf later terug zijn bij de lodge, blijken we de enige gasten te zijn! Luc en Joel slapen elders en we krijgen een heerlijke groentesoep opgediend. Helaas is de Zebu (rund) wat minder smaakvol. Ze lijken het vlees gekookt te hebben en lekker gegrild smaakt beter.  De frieten maken het weer goed en een gecarameliseerd banaantje als dessert blijkt een goede gewoonte te worden, zo leren we later. Na een paar diners in Madagaskar weten we dat het rundvlees veel beter van kwaliteit is dan in Nederland en nauwelijks vet bevat. Vooral gegrild vinden wij het een delicatesse.
Dag 4. Zaterdag  31 juli - Bezoek  Mantadia NP en Analamazaotra NP (Andasibe voorheen Perinet).
Vanochtend zijn we al weer vroeg op. Rob viert vandaag zijn verjaardag! Na een ontbijtje bij de goedlachse en gezellige Henriette van Grace Lodge, een beleerde dame van 68 jaar, zitten we om 07:30 uur al in de auto, op weg naar Mantadia NP, 20 km noordelijk van het plaatsje Andasibe. Mantadia NP is veel minder bezocht door toeristen, doordat het minder toegankelijk is, maar het bestaat wel uit primair regenwoud in tegenstelling tot Andasibe wat secundair regenwoud is. Om bij de ingang van het park Mantadia te komen heb je een 4x4 nodig want de weg is erg slecht. We gaan vandaag op zoek naar lemuren! Samen met een lokale gids en Joel klimmen en klauteren we ruim 3 uur door een nat, modderig en glibberig maar vooral prachtig primair regenwoud. Het regent flink het woud doet zijn naam eer aan. Doordat we nog niet in vorm zijn, vinden we het allebei erg vermoeiend. We zien een blauwe vogel, de Madagaskar Cuchoo Roller en even later zien we dan gelukkig onze beloning, de lemuren. Het zijn Vazika Lemuren met de kenmerkende grote witte vlekken rond hun ogen in de vorm van een traan. We hebben geluk vandaag want volgens onze gids zijn ze normaliter het moeilijkst te spotten. Vanwege de kou zitten ze als een hoopje wol tegen elkaar aan geperst, hoog boven ons in de boomtoppen. De Indri  Indri, de grootste van alle Lemuren horen we wel maar zien we niet op deze tocht. En wat een geweldig geluid maken deze beesten om contact te houden met elkaar. We krijgen echter nog kansen genoeg om de Indri te zien.

Moe van het klimmen en dalen worden we getrakteerd op een luxe lunch in de Vakona Lodge, een klein paradijsje in dit gebied. Er is een terras met uitzicht op een grote vijver maar wij verkiezen uiteindelijk toch maar voor de warmte van de open haard die binnen heerlijk snort. Ja, het is immers winter. De lunch blijkt hier meteen een stuk duurder, ongeveer 16 euro voor een voor- en hoofdgerecht, een koffie en een warme chocomel. Voor Nederlandse maatstaven stelt dit natuurlijk nog niets voor.
Naast de Vakona lodge ligt een privé eilandje van Vakona Ile aux Lemuriens wat omringd is door een riviertje. Hier leven een aantal lemuren waaronder de zeldzame Black and White Ruffed lemuren, die nog wel veel in gevangschap voorkomen maar niet meer zoveel in het wild. Als we na een kleine 7 meter in een kano aan de overkant komen, zitten de lemuren ons al op te wachten. Ze zijn gewend aan mensen en zijn semi-tam. Ze springen op je lijf en gaan brutaal op onze hoofden en schouders zitten en we kunnen ze aaien. En wat zijn ze heerlijk zacht. Ook zit er op het eiland een diadeem Sifaka, een prachtig dier, vooral als hij van de ene naar de andere plaats springt is het een ware acrobaat, alsof hij aan het dansen is. Op onze vraag hoe dit dier hier terecht is gekomen en waarom hij niet een speelkameraadje heeft, vertelt de bewaker dat hij aan is komen waaien op een boomstam tijdens een cycloon en nooit meer is weggegaan. Leuk verhaal maar hier hebben wij zo onze vraagtekens bij. Ook zien we hier de Brown Lemur en de Common Brown Lemur, maar de favoriete diertjes van Rob zijn een aantal Bamboo lemuren welke hier ook zitten, ontzettende grappig beestjes. Onze camera maakt overuren.
In de stromende regen gaan we door naar het krokodillenpark van de lodge, een leuk parkje waar naast krokodillen ook nog wat andere dieren te bekijken zijn zoals het grootste roofdier van Madagaskar de Fossa (helaas in een kooi).
Na terugkomst in Grace Lodge na deze volle maar voldane dag nemen we een heerlijke maar vooral dik verdiende lauwe douche en hebben een lekker dinertje waarbij we natuurlijk nog volop napraten en lachen met onze grappige Henriette.

Dag 5. Zondag 1 augustus - Analamazaotra NP (Andasibe) - Manambato - Ankaninny Nofy Palmarium.
Vandaag een 2e kans om de Indri Indri, de grootste halfaap van Madagaskar, te spotten als we om 07.30 uur vertrekken naar Analamazaotra NP. We hebben dezelfde rustige gids als de dag ervoor in Mantadia NP. We zien veel meer toeristen, juist omdat dit deel veel toegankelijker is voor het grote publiek. De paden zijn een stuk beter begaanbaar dan in Mantadia, maar we zien gelijk grote verschillen met het Primary Forest en de grote oerwoudbomen van Mantadia. Onderweg door het regenwoud komen we kameleons en onze grappige bamboolemuren tegen en na een uurtje lopen vinden we ook de Indri Indri, de grootste halfaap. Hun indringende zanggeluiden om hun territorium af te bakenen in de ochtend zijn fantastisch om te horen. Nadat we een tijdje naar ze hebben staan kijken, komen ze langzaam naar beneden en springen een kleine 10 meter ver van boom naar boom. Met hun grote ronde oren en ogen dopen we ze om tot Fozzie Bears. Omdat het helaas te koud is zien we geen kikkertjes of bijzondere insecten.
Rond 12.00 uur vertrekken we met de auto verder naar de oostkust, een bochtige maar mooie weg naar Manambato. De laatste 7 km gaat over een verschrikkelijk slechte en modderige weg, maar gelukkig hebben we onze terreinwagen en natuurlijk Luc. In Manambato aangekomen ligt onze motorboot in het Rasoabe meer al klaar om ons via het Pangalanes kanaal naar Palmarium te brengen. Luc blijft 2 daagjes bij de auto, alleen Joel gaat met ons mee (hij is tenslotte op vakantie grappen wij met hem). Bij de boot ontstaat wat discussie tussen de bemanning en Joel, we begrijpen er (nog) niets van. Dit horen we pas veel later. Het boottochtje is heerlijk en ontspannen, via het meer varen we door het Pangalanes kanaal waarbij we langs vissersdorpjes en prachtige begroeiing varen, waaronder de zeldzame olifantsoren op stelten.

Uiteindelijk komen we via Lake Ampitabe (Ankaninny Nofy) uit op een prachtig wit strand waar een paar idyllische rieten bungalowtjes tegen het strand aan staan. Hier worden we ontvangen met een welkomstdrankje en het lijkt alsof we de enige gasten zijn. We zijn op Palmarium gearriveerd (denken we). Na wat rondgewandeld te hebben op het strand en foto's maken van bruine lemuren, slaat bij ons toch de twijfel toe als we de binnenkant van de bungalowtjes beter bekijken. Het is hier ook zo rustig, we hadden het ook veel drukker verwacht. Is dit wel het Palmarium, beginnen we ons af te vragen? Joel vertelt ons dat dit niet het Palmarium is maar het Pangalanes hotel? Hmmm. Dit is een teleurstelling want we hadden ons zo op Palmarium verheugd. Het blijkt dat het van een en dezelfde eigenaar is, en onze reisorganisator is door de eigenaar verkeerd geïnformeerd. Vandaar ook de discussie voorafgaand bij de boot. Bij navraag blijkt dat het niet meer mogelijk was om ons op het Palmarium onder te brengen. Oei,  we hadden er juist zo op gehamerd  dat we op het Palmarium wilden overnachten. Maar goed, we zouden de andere dag het Palmarium bezoeken per boot maar onze teleurstelling om niet hier te kunnen overnachten werd zelfs nog groter toen we eenmaal op het eiland waren. 's-Avonds op het strand bestuderen we de schitterende sterrenhemel die hier veel voller lijkt dan bij ons in Nederland. We gaan vroeg naar bed want om 22:00 gaat de stroom uit en dan is het in onze bungalow echt pikkedonker.
Dag 6. Maandag 2 augustus - Palmarium Private Reserve. 
's -Ochtends worden we om 09.30 uur opgehaald met een boot om naar het Palmarium privéreservaat te varen, waar we dus eigenlijk 2 overnachtingen hadden geboekt. Daar aangekomen is het verschil met Hotel Pangalanes direct te zien, het is er prachtig en echt een klasse hoger dan hotel Pangalanes. Ook de bungalowtjes zijn een stuk luxer. We worden direct begroet door diverse lemuren. Er leven hier acht verschillende soorten, waarvan er een aantal niet oorspronkelijk in dit gebied voorkomen. Ook leven er hybride soorten op het eiland. Na een koffiestop beginnen we aan een tocht van 2 ½ uur over het eiland met een gids. De gids vertelde honderduit over de verschillende flora en fauna op het eiland. Onderweg komen we semi-tamme Verraux Sifakas tegen, de dansende lemuren. Na de roep van onze gids springen de beestjes ons tegemoet. Ze worden met banaantjes gelokt en ze eten gewoon uit je hand en komen op je schouders zitten. Er is ook een Indri- familie aanwezig die ons met een oorverdovend concert verwelkomt. Jee, wat een hard geluid, we blijven ons erover verbazen. Eén Indri heeft een jong wat ze goed beschermd. Verder zien we nog de Black and White Lemur, gekroonde lemuren, Cornatuse en Makaku, Brown en Common Brown, zwarte lemuren, roodbruine hybride soorten en verschillende soorten kameleons. Verder leven er op het eiland schildpadden en een over ander razendsnel angstig maar vooral grappig beestje een Tenrec.  Het beestje ziet eruit als een egel zonder stekels, maar met een borstelige vacht en leeft van slakken en insecten.
De lunch in Palmarium is overheerlijk waaronder garnalen en de inmiddels wel zo bekende geflambeerde banaan. Rond  14.00 uur zijn we terug op ons privéstrandje waar we een paar uurtjes relaxen.  Joel doet een poging om te surfen op een verlaten surfplank en hij is echt in vakantiestemming. In de namiddag worden we met een klein bootje opgehaald voor een boottochtje naar het vlakbij gelegen dorpje Andranohoditra, een vissersdorpje aan de Indische Oceaan. De mensen leven hier van de visvangst en helaas vertellen ze ons dat de haaienvangst een grote bron van inkomsten is. De vangst is bestemd voor China en Japan. Ook tijgerhaaien worden veel gevangen. Afgrijselijk en belachelijk dat dit nog mag. De mensen hier weten echter niet beter. De aandacht van de kinderen in het dorp is snel getrokken met onze AH-beessies die dan ook iets te gretig aftrek vinden. Een paar oudjes hebben zoiets nog nooit gezien en hebben er schrik van.

Dag 7. Dinsdag 3 augustus -  Van Palmarium terug naar Tana (270 km, een reisdag).
De transfer met de boot terug naar Manambato is om 08.00 uur met een snelle powerboot. Om 09.30 uur staat Luc ons dan ook al gretig op te wachten om ons weer via de 7 km lange slechte weg en de prachtige RN 2 terug naar Tana te brengen. Hij heeft 2 dagen in de auto zitten wachten, arme Luc! Onderweg kopen we wat fruit en souvenirs, waarna we rond 16.30 uur terug in ons hotel Niaouly Bed and Breakfast aankomen. We nemen afscheid van Luc en de 4x4, want vanaf morgen zal Joel ons in zijn Peugeot 304 naar het Zuiden rijden, een totaalrit van meer dan 1000 km. Tot nu toe hebben we pas 120 Euro opgemaakt, inclusief alle tips, eten en souvenirs. Alle entrees van de door ons te bezoeken nationale parken hadden we vooraf betaald. De nacht in het hotel is ontzettend koud en klammig. In bed krijgen we het maar niet warm en we halen onze lakenzakken maar tevoorschijn. Dit geeft iets meer warmte maar het briljante idee om dan het bed maar op te warmen met een föhn verdrijft de laatste kou en we slapen ineens een stuk beter.
Dag 8. Woensdag 4 augustus - Naar het zuiden van Tana via Antsirabe naar Ambositra (260 km).
Joel is een uurtje te laat omdat er een belangrijk persoon van het ministerie door de stad moet rijden en hiervoor was het één en ander afgezet. Maar we zijn nu onderweg voor de 2e etappe, onze reis naar het Zuiden via de RN7, over het centrale hooglandplateau. Onderweg passeren we heuvelachtige terrassen. Na 70 km stoppen we even bij een aluminiumgieterij in Ambatolampy waar ze aluminium pannen maken voor zowat heel Madagaskar. Wat een verschrikkelijk werk voor die mensen daar! De tocht gaat verder over een spectaculair hooglandschap met ontelbare rijstvelden en steenbakkerijen naar de stad Antsirabe, bekend om zijn honderden pousse- pousse (het lokale vervoermiddel op 2 wielen getrokken door een mens), bierbrouwerijen en krantendrukkerijen. Na een beetje sightseeing in de stad (de boulevard, het treinstation en het oudste hotel van Madagaskar) kopen we kaarten voor de thuisblijvers. Ook bezoeken we een familiebedrijfje waar ze van koeienhoorns sieraden, kammen en vogeltjes maken en verkopen.

We rijden door naar Ambositra, het centrum voor houtsnijwerk, voor de overnachting in hotel Artisan waar we een leuk knibbel knabbel knuisje huisje krijgen, geheel gemaakt van houtsnijwerk. Tijdens het diner, die avond in het hotel, is er wat plaatselijk entertainment. We vinden dit hotel erg gezellig en het eten is er lekker. Buiten bij een houtvuur genieten we nog even van de warmte en op bed liggen vannacht 2 warme wollen dekens. Het is eigenlijk weer best koud die nacht.

Dag 9. Donderdag 5 augustus -  Van Ambositra naar Ranofamana NP (180 km).
We besluiten in overleg met Joel om de plaatselijke houtsnijwinkeltjes over te slaan en direct door te rijden naar het regenwoud van Ranofamana NP. Onderweg kopen we bij kinderen wat verse pindas. Hoewel de kinderen het niet altijd even goed hebben zijn we echt bedelen nauwelijks tegengekomen deze vakantie. Het autootje van Joel zit ondertussen al helemaal onder de pindaschillen en we tuffen verder door het pittoreske landschap. De RN7 is goed berijdbaar en het valt ons op dat de bewegwijzering er goed is, alles staat netjes met borden aangegeven. Het landschap is mooi, langs valleien en heuvels en we laten ons niet van de wijs brengen door de verhalen die Joel vertelt over bandieten die hier soms in een hinderlaag liggen in het donker. We naderen Ranofamana en het begint zowaar weer eens hard te regenen. Jammer, want de weg naar ons hotel door het regenwoud is erg spectaculair, met in nevel gehulde bergtoppen en wilde rivieren. Rond 12.30 uur komen we aan in Domaine Nature en worden naar ons bungalowtje gebracht dat half op de berg tussen het groen verscholen ligt. De trappen naar het huisje toe zijn spekglad maar éénmaal op ons terrasje hebben we een geweldig uitzicht over het regenwoud. In tegenstelling tot de buitenkant stelt het huisje van binnen niets voor, verschrikkelijk saai en muffig. Rob prevelt dat hij er thuis nog geen varkens in zou willen houden. En we hadden hier nog wel luxe comfort geboekt!  Gelukkig maar dat het uitzicht veel goed maakt. Later komen we er achter dat in het Domaine Nature luxe comfort betekent dat je warm water hebt. Tja tis maar net hoe je het omschrijft. Wil je in het Domaine Nature wat luxer zitten (volgens onze begrippen) dan moet je kennelijk een suite boeken….
Ondertussen is het gestopt met regenen en komt Joel ons halen voor de nachtwandeling. We hebben er zin in en in ons enthousiasme om snel naar beneden te gaan dondert Rob nog even van de spekgladde trappen. Gelukkig blijft de schade beperkt tot hier en daar een blauwe plek en de cameratas blijft ongedeerd. Tijdens de nachtwandeling naast de weg zien we weer heel wat kameleons en kikkertjes. De kameleons zijn in het donker niet meer gecamoufleerd maar hebben een witte kleur (ze zijn volledig ontspannen en in rust) waardoor ze heel gemakkelijk te vinden zijn. Helaas kunnen we de populaire Mouselemuur niet vinden, daar dit kleine beestje in dit seizoen vaak wegduikt voor de kou.
Het eten in Domaine Nature is redelijk en we gaan vandaag weer vroeg naar bed, bij gebrek aan licht. Omdat we de hygiëne van het hotel niet helemaal vertrouwen halen we onze lakenzakken  voor de dag en doen we een kattenwasje.
Dag 10 Vrijdag 6 augustus - Bezoek Ranofamana NP - Ambalavao (80 km).
Na toch een goede nachtrust zijn we om 05.45 uur al weer actief. Rond 07.30 uur zullen we vertrekken voor een hike in het regenwoud Ranofamana, wat heetwaterbronnen betekent. In 1986 is hier opnieuw de Golden Bamboo Lemuur ontdekt. Men dacht dat deze uitgestorven was, maar na de herontdekking besloot men gelukkig in 1991 om van het gebied een nationaal park te maken. Het park is maar gedeeltelijk open voor toeristen en er zitten dagelijks nog veel onderzoekers in het park. Gelukkig maar want het is er prachtig. Het weer is ons gunstig gezind en het zonnetje prikt al vroeg op onze huid. We wandelen over goed begaanbare paden, maar moeten ook zo nu en dan flink klimmen. Door de hevige regenval van de dag ervoor zijn de paden erg modderig. Onze kleding en schoenen kunnen na deze tocht wel een wasbeurtje gebruiken. We hebben dezelfde goede gids als tijdens de nachtwandeling. Hij neemt overal rustig de tijd voor en vertelt veel over de dieren en planten. In het begin van de wandeling moeten we via een brug over de Namoronarivier en we stoppen bij het viewpoint Bellevue waar een platform is met een prachtig uitzicht over het woud. Onderweg zien we wandelende takken,  gekko's,  Bamboelemuren, de Red Fronted Brown Lemurer en de Milne Edwards Sifaka. Wat zijn de Sifakas toch ontzettend leuk om te zien, vooral wanneer ze dansend in beweging komen. De scenery is prachtig, maar na een 4  uurtjes klauteren door het glibberige regenwoud zijn we best wel moe.
Het is ondertussen lunchtijd en we tuffen met ons Peugeotje voor een lunch naar Fianarantsoa, de hoofdstad van de Betsileo stam. Via de oude stad rijden we naar een viewpoint  boven op een berg waardoor we een prachtig uitzicht hebben over de stad. Het blijkt een verplicht nummertje want als we uitstappen worden we meteen aangesproken door schooljeugd die in overdreven keurig Engels de meest uiteenlopende vragen aan ons stelt. Na de gebruikelijke vragen Whats your name, were are you from etc. komen dan de zelfgemaakte kaarten tevoorschijn. We kopen er een aantal. Och het zijn lieve kinderen en we vinden het wel leuk om even met ze te babbelen. Later horen we dat de schoolkinderen hier een bloeiend handeltje hebben opgezet waar ze lekker een centje mee bijverdienen. Het is ze gegund hoor! We moeten doorrijden naar Ambalavao, een kleine stad in de hooglanden. We volgen een lange dalende weg en met de laagstaande zon in onze rug hebben we een prachtig uitzicht over het verrassende landschap.
Ondertussen zijn we eraan gewend dat Joel tijdens het rijden voluit vertelt over het land en als we enkele graftombes passeren vertelt hij over de vele fadys (taboes) die ze in dit gebied kennen. Zo mag je niet wijzen naar een graftombe (het mag wel met de vuist maar niet met de wijsvinger). Het verhaal over de verering van de voorouders door de Betsileo- en Merina stam is best leguber. Een paar jaar na het overlijden worden van de overledene de overblijfselen uit het graf gehaald, de beenderen gewassen en schoongemaakt en in nieuwe doeken gewikkeld. Het is dan groot feest waarbij iedereen in het dorp is uitgenodigd. Ook wordt er nog met de overledene gedanst. Joel is er een keertje bij geweest en zegt de geur nooit meer te vergeten. Huh, wij gruwelen er een beetje van maar voor bepaalde groepen Malagasy maakt het deel uit van hun cultuur.
We overnachten in Bed and Breakfast Aux Bougainvilles. De huisjes zien er erg gezellig uit en op het terrein is ook een papierfabriekje. Joel laat ons zien hoe het in Madagaskar erg bekende Antemoro papier (een soort van papyrus) gemaakt wordt. Dit papier wordt versiert met geperste verse bloemen. Tot nu toe hebben we 230 euro opgemaakt. Het gaat niet erg hard hier met ons geld, ook al zitten we iedere avond aan de steak of garnalen.
Dag 11. Zaterdag 7 augustus - Ambalavao - Anja Park -Isalo NP (200 km).
Ons eindpunt voor vandaag is Isalo NP en al vroeg vertrekken we naar Anja park (Anjaha), op een kleine 13 km ten Zuiden van Ambalavao. Dit kleine park wordt door de lokale mensen beheerd en de inkomsten hieruit in de community verdeeld. Een prima systeem vinden wij. In een omgeving van grote granieten rotsen kunnen we hier de zo bekende Ringstaartmaki's gaan bewonderen. De lokale gids is erg enthousiast als hij ons meeneemt naar zijn Maki's. De tocht zal een anderhalf uur duren maar we zijn nog maar goed en wel op pad of we zien de eerste Maki's al rondspringen op het pad. Het meest grappig is nog om te zien hoe ze met hun witte buikjes proberen de eerste zonnestraaltjes op te vangen. In dit gebied leven meerdere groepen die het soms flink met elkaar aan de stok hebben om hun territorium te verdedigen. Vechtpartijen zijn dan ook aan de orde van de dag, zo vertelt onze gids. We kunnen de Maki's redelijk dicht naderen om ze te fotograferen, maar ze zijn wel erg op hun hoede. Aan mensen zijn ze ondertussen wel gewend maar als er plots een grote roofvogel overvliegt vluchten ze  in de bomen, vertrouwend op hun camouflage.
De Ringstaartmaki's zijn erg leuk om naar te kijken. Ze zijn erg druk in de weer en gedragen zich heel anders dan in de dierentuin. Prachtig. Ook in dit gebied zijn er graftombes hoog in de rotsen van de Betsileo stam. Als we een foto maken van kameleon valt het beestje uit de boom en we kunnen hem nog net op tijd opvangen voordat het de grond raakt. Dankbaar kijkt hij ons tegelijkertijd aan als we hem voorzichtig terugzetten op zijn tak. Anja-park is een klein parkje maar absoluut de moeite waard om te bezoeken.
Na deze fotogenieke stop rijden we door naar Isalo NP. Onderweg zien we enorme graslanden, het lijken savannes maar dan zonder de te verwachten gazelles, olifanten en leeuwen. Net voor we het dorp inrijden worden we aangehouden door een flinke dame van de Gendarmerie. Er schijnt iets niet in orde te zijn met de papieren maar Joel blijft er onverschillig onder en vertelt dat dit hier regelmatig voorkomt. Hij mag ons nog wel wegbrengen naar het hotel maar moet dan meteen weer terug om het één en ander te gaan regelen met de politie. Het is niet de laatste keer dat we in dit gebied worden aangehouden, zo zal snel blijken.

Vanwege de politie-affaire en de lange tijd die we nodig hebben om met ons autootje over de zeer slechte weg naar de ingang van het park te rijden komen we eigenlijk veel te laat aan om de lange wandeltocht te doen van 4 uur naar de Blue- en Black Pools. We vinden dit erg jammer omdat we toch al niet zoveel tijd hebben in Isalo. We ergeren ons een beetje in de auto omdat we geen  4x4 bij ons hebben.  Als Air Madagaskar ons schema niet had omgegooid door onze vlucht naar Tana te verzetten dan hadden we een dag langer gehad in Isalo. Nu moeten we het helaas een beetje op z'n Japans doen.
We krijgen een erg leuke, charmante maar vooral behulpzame gids mee om de verkorte tocht te doen naar de Cascade de Nymphes, een waterval. De tocht gaat door een mooie canyon van zandstenen rotsen en erg mooie vegetatie, via natuurlijke trappen klimmen we omhoog naar de waterval. We volgen een stroompje langs een groene canyon. In het poeltje bij de waterval kan gezwommen worden, maar we moeten er rekening mee houden dat het erg snel donker zal worden en na een rustpauze op een campsite in het park gaan we al weer terug naar ons hotel. Toiles de L Isalo heeft kleine huisjes met uitzicht op het park en een zwembad. Het is een heerlijk plekje om te vertoeven.
Dag 12. Zondag 8 augustus bezoek Isalo NP - Tulear (250 km).
Onze gids had de avond ervoor voorgesteld erg vroeg te vertrekken voor de wandeling naar Piscinne Naturelle. We zouden dan als eerste aankomen en konden dan nog echt genieten van deze magische plaats. Om 06.00 uur vertrekken we dan ook al voor de wandeling van ruim 6 km naar de natuurlijke poel. De omgeving is totaal anders dan bij de tocht van de dag ervoor, erg mooi door eerst open vlaktes, klimmen over rotspartijen in een ruig landschap en daarna door groene vegetatie. De beloning voor onze tocht is het paradijselijke Piscinne Naturelle met watervallen, groene vegetatie, varens, palmbomen en een blauwe poel. We voelen ons even Adam en Eva, het is er ongelooflijk mooi en doet ons een beetje denken aan de poelen in Costa Rica. We genieten hier een uurtje helemaal alleen en zien het als een beloning voor ons vroege vertrek. Op het moment dat we vertrekken voor onze terugtocht komen hele hordes mensen ons al tegemoet. Op drukke dagen kunnen dat er honderden zijn en tja, dan is het magische van deze plek er wel een beetje vanaf. Het was achteraf dus een erg goede suggestie van onze gids, ondanks de pijn van het vroeg opstaan! Hierna zullen we Isalo verlaten door het verlaten landschap van zandstenen canyons en kliffen. We hadden nog graag een dagje langer willen blijven om Isalo verder te ontdekken.
In de middag vertrekken we naar Tulear waar we de andere ochtend een zeer vroege  vlucht naar Tana zullen nemen. Vrijwel meteen buiten het dorp worden we voor de 2e keer aangehouden door de politie. Dit keer loopt het allemaal wat minder gemoedelijk af.  Joel zegt waarschijnlijk iets te veel tegen de agent die duidelijk met het verkeerde been uit bed was gestapt. In ieder geval moet de auto aan de kant en wordt Joel als een kleine jongen staande gehouden, waarna de agent hem wel een half uur staat uit te kafferen. Even denken we dat hij Joel op een pak slaag gaat tracteren maar gelukkig weet zijn collega hem een beetje te bedaren. Het razen blijft echter maar doorgaan en we begrijpen er helemaal niets meer van. Op een gegeven moment proberen we dan maar de spanning te doorbreken door de agenten een snoepje aan te bieden en de zielige toerist uit te hangen, maar dit wordt niet geaccepteerd. In ieder geval verandert er niets, we zijn aan de goden overgeleverd. Joel staat beteuterd aan de kant, de auto staat aan de kant met ons erin en de agent gaat doodleuk verder met andere auto's aan te houden. We moeten maar blijven staan totdat hij besloten heeft dat we verder mogen.

Uiteindelijk gaat Anita naar hem toe met de mededeling dat ze toch wel erg naar het toilet moet, waarop hij zegt dat het veld groot genoeg is en dat ze daar maar in moet gaan zitten. Waarschijnlijk krijgt de agent na een tijdje een beetje berouw, want na het betalen van een soort van borg mogen we na anderhalf uur eindelijk verder. De autopapieren worden wel ingenomen. Nadien begrijpen we van Joel dat hij alleen maar gezegd had, dat het altijd hetzelfde is in het Zuiden, waarop onze agent verschrikkelijk kwaad was geworden en ondermeer tegen Joel had gezegd dat hij nog nooit zo was aangesproken, zelfs niet door zijn eigen zoon etc. etc. Afijn, we waren blij dat we uit deze impasse waren gekomen maar Joel zou de andere dag terug moeten om de restantboete te betalen en zijn papieren terug te krijgen. Tja, het werkt nu allemaal een beetje anders dan bij ons.

Even later krijgen we in Ilakaka, vlakbij het Zombitse Park, te maken met de Baobab Maffia, althans die naam hebben wij ze gegeven. We zien onze eerste Baobab bomen, maar Joel wil liever niet dat we hier uitstappen om foto's te maken omdat er in het verleden nogal eens wat problemen zijn ontstaan met de mensen die in dit gebied wonen. De dorpelingen beschouwen de Baobabs als hun eigendom en doen soms wel eens moeilijk als je een foto maakt. Omdat wij hier geen boodschap aan willen hebben, weten we Joel te overtuigen om te stoppen. En jawel hoor, nog geen halve minuut later komen de eerste kinderen al uit de bosjes gevlogen om meteen om geld en cadeautjes te vragen op een beetje een vervelende manier, anders dan normaal in ieder geval. Ook zien we dat er meteen ouderen in een drafje op ons afkomen. De manier van benaderen vonden wij best irritant en dit hadden we nog niet eerder meegemaakt in Madagaskar. Juist omdat we overal zulke vriendelijke mensen zijn tegen komen. We waren trouwens al grotendeels door onze uitdeelvoorraden heen en nee, deze afdringerige personen niks van ons. We zijn geen wandelende geldzakken. We rijden maar snel door en gelukkig is de natuur hier zo mooi dat we het voorval snel vergeten.
Als we tegen 5 uur aankomen in ons Victory hotel in Tulear hebben we nog tijd om heerlijk te relaxen bij het zwembad en om onze eerste pizza met Joel te eten. We hadden er echt zin in, maar de pizza viel een beetje tegen.  We moeten nu ook afscheid nemen van Joel want hij rijdt morgen terug naar Tana en wij zullen met het vliegtuig terug vliegen. Onze vlucht naar Tana met Air Madagaskar de andere dag was trouwens vertraagd, dus zouden we voor het eerst een beetje uit kunnen slapen.
Dag 13. Zondag 9 augustus - Van Tulear terug naar Tana.
Dan ben je van boerenafkomst, 9000 kilometer van huis en krijg je nota bene 2 kalkoenhanen achter je aan, dit tot grote hilariteit bij het hotelpersoneel. Wat kunnen die lelijkerds irritant zijn zeg! Een corrigerende tik met een bezem hersteld Robs ego en na een kijkje in de krant op de laptop (Hoera we hebben hier Wifi) vertrekken we om 09:45 met een propellervliegtuig (een ATR-42) naar Tana met een onverwachte tussenstop in Morondava. We mogen even uit de kist waarna we vlot doorvliegen naar Tana waar alweer een nieuwe gids en chauffeur ons op staan te wachten voor een citytour door Tana. We besluiten om eerst naar de Crocfarm te gaan omdat deze vlak bij het vliegveld ligt. Naast grote aantallen krokodillen is er een klein dierenparkje waar je ondermeer de muislemuur kunt zien en diverse reptielen. Het is echt een bezoekje waard. We zien Sifakas, reptielen maar vooral veel krokodillen, honderden zelfs. Ze worden er gefokt voor hun leer en vlees.
Als we na een dik uurtje zijn verzadigd maken we nog een korte citytour, omdat we al wat verlaat zijn. We kijken wat rond in Upper Town en Central Tana. Bijna moeten we onze kleine gids reanimeren als ze ziet dat Rob een foto maakt van het presidentiele paleis. Dit is ten strengste verboden.

Tana vinden we niet echt bijzonder maar in de omgeving is erg veel te zien en te ondernemen.  Het zal misschien ook wel aan ons liggen omdat wij geen stedenmensen zijn en liever in de natuur rondsjouwen. Onderweg stoppen we nog even bij een ultramoderne supermarkt om wat van de beroemde Madagasy chocolade te kopen. Hierna rijden we door naar ons hotel (Hotel Sifaka) wat vlak bij het vliegveld ligt. Het is een zeer sfeervol nieuw hotel/restaurant met mooie kamers. Een enkele Fransman is verder de enige gast en wij krijgen voor die nacht de mooiste kamer. We dineren vanavond een beetje op sjiek bij de warmte van een heerlijk openhaardvuur en een sfeervol stukje Bollywood op TV op de achtergrond. De keuze voor het voormenu was achteraf letterlijk een foute keuze. Er blijkt ganzenlever in te zitten en dat verafschuwen we. Verder is het eten trouwens erg smakelijk.

Dag 14. Maandag 10 augustus -  Naar het noorden - Tana, Diego en Ramena.
Deze ochtend moeten we al om 04:00 uur uit de veren voor onze vlucht naar Diego Suarez, helemaal in het Noorden van Madagaskar. Midden in de nacht hebben ze enkel voor ons de open haard weer aangestoken en er staat een geweldig ontbijtbuffet klaar. Tegen 5 uur halen de gids en chauffeur ons weer op en brengen ons naar het vliegveld, op ongeveer 5 minuten rijden van het hotel.  Exact 06:40 uur stijgt de 737 op voor een vluchtje van ruim een uur. Op de parkeerplaats van het vliegveld staat onze taxi alweer klaar en even later tuffen we in een oud Renaultje naar Ramena (Antsiranana),  een kustplaatsje waar we 2 dagen zullen relaxen. De route er naartoe voert ons langs de mooie baai met mangrovebossen en we zien ook nog wat Baobabs die er toch weer anders uitzien dan in het Zuiden van Madagaskar. Na 3 kwartier rijden we het erf van hotel Case en Falafy op. Het hotel met bungalows ligt midden in het centrum van het dorpje dat op haar beurt weer tegen het strand aanligt. De mensen leven hier in huisjes van golfplaten en dat is dan ook ons uitzicht richting zee. Als we even later naar het strand lopen, vinden we het toch ook wel leuk, we zitten midden tussen de plaatselijke bevolking en komen oogjes tekort. Op het strand is een soort wedstrijd met boten gaande. Een boel gegil en gedans maar wat het nu precies allemaal voor moet stellen krijgen we niet uitgedokterd. Ons strandbezoek is echter van korte duur; het begint te regenen en de rest van de dag luieren we wat bij ons huisje en het zwembad. De menukaart van het hotel blijkt erg goed te zijn,  's-middags zitten we aan een echte goede pizza en 's-avonds toch maar weer aan de garnalen. Het dorp leeft zich ondertussen uit met een Chickendisco en tot de volgende ochtend deinen we mee op de onritmische muziek. Een Chickendisco is niks anders dan een feestje rond grote geluidsboxen in de open lucht met als gevolg een megaherrie.  Aan het gelach te horen bevalt het de locals prima.
Dag 15. Dinsdag 11 augustus -  Verblijf Ramena.
Wat ziet alles er toch anders uit als het zonnetje schijnt! Vandaag is het een stralende dag. Gisteren waren we aangesproken voor een snorkeltocht naar een eiland in de Emerald Sea. Voor 50.000 Ariary (20 euro) p.p. beleefden we een hele leuke dag. Om 09:00 uur halen ze ons op in het hotel en op het strand staat de man van gisteren ons al toe te lachen. Hij was trouwens nog ladderzat van de Chickendisco. We vertrekken met een zeilbootje naar een eiland waar we een half uur later uitstappen. Doordat het laagwater is moeten we een stuk over het eiland lopen om verderop onze zeiltocht met een andere boot weer te kunnen vervolgen. Onderweg zien we nog een paar zeeschildpadden voorbij zwemmen. Na 3 kwartier komen we aan op een prachtig eilandje met een wit strand en een smaragdblauwe zee. We snorkelen wat en zien tropische vissen die we nog nooit eerder hebben gezien. Zo rond 12:00 uur moeten we aan tafel in een huisje op het strand. Er staat bier, cola, komkommersalade en verse krab met rijst op het menu. Het smaakt voortreffelijk maar het stoeien met de krab is wel een beetje vermoeiend en dus luieren we de rest van de middag wat op het strand.
Om 14:30 uur zitten we allemaal weer in de bootjes. Het is nu vloed en we kunnen in 1 keer terugvaren. De golfjes van vanochtend zijn een stuk groter geworden en af te toe komt er een lading water in de boot. Het zeiltochtje is een bijzondere belevenis in een prachtige omgeving. Soms gaan we best wel hard. Terug in Ramena blijken we allebei flink verbrand.  Na 2 dagen concluderen we dat Ramena best een leuke plek is om een paar daagjes bij te komen van het zware rondreizen. De bevolking is er net als al die andere dagen weer erg vriendelijk.
Dag 16. Woensdag 12 augustus - Ramena, Diego en  Amber Mountain NP.
We zijn net klaar met het ontbijt of onze nieuwe gids voor de komende 3 dagen stelt zich aan ons voor. Het werkt hier net iets anders dan in de rest van het land. Deze gids zal ons ook in de nationale parken in het Noorden begeleiden. Onze auto voor dit gedeelte van de reis is een grote Nissan 4x4 Patrol. Rond 8 uur gaan we met chauffeur Dino en gids Floris op weg naar Amber Mountain NP, een vulkanisch en bergachtig gebied wat in hoogte varieert van 850- tot 1475 meter. Het ligt slechts op 40 km afstand van Diego maar de temperatuur is er gelijk een paar graadjes lager. Het park heeft zijn eigen microklimaat. Gelukkig schijnt het zonnetje vandaag weer en dus goed om lekker te wandelen door het regenwoud wat bekent staat om de rijke flora en fauna. Onderweg stoppen we voor een overstekende kameleon die Rob zijn camouflagebroek aanziet voor een boom en er meteen inklimt.
We wandelen die dag in totaal ongeveer 9 km door het park en het zijn best pittige tochtjes. We bezoeken een groen kratermeer en enkele watervallen. Ondertussen is Floris maar wat druk met vertellen over het park. De Cascade Sacreé is een grot die volledig is begroeid met varens en orchideeën en een paar watervalletjes storten zich omlaag. Erg mooi.

Bij Station de Rousettes worden we getrakteerd op een verrassing; midden in het regenwoud staat een  tafeltje gedekt en we eten een zalige lunch met Indisch vlees en fruit. Ondertussen zien we Crowned Lemures en Floris wijst ons onder een boom de kleinste kameleon ter wereld aan, de Brookesia Minima die slechts een pinknagel groot is. Ongelooflijk zo klein maar toch echt een kameleon, compleet met handjes en opgerold staartje. We zien ook een Pil Millipede, dit is een soort rood/zwart gepantserde rups van een paar centimeter die zich meteen oprolt als hij wordt aangeraakt. Het lijkt dan net een knikker en is door geen enkel beest open te krijgen.

Na de lunch maken we nog een wandeling in een ander gedeelte van het park, langs het pad van de duizend bomen en weer komen we kameleons en lemuren tegen. Ook bezoeken we de Cascade Antankarana nog, een middelhoge waterval.  Om 4 uur rijden we het park uit en maken in Joffreville een paar foto's van oude koloniale gebouwen die sterk in verval zijn. Op korte afstand van het dorp en het park ligt de Nature Lodge, een zeer luxe lodge die sfeervol is ingericht en waar de bungalows uitzicht geven over de Amber Mountains of de baai. We genieten van een zonsondergang voor onze lodge en worden daarbij brutaal vergezeld door een groene Giant Day Gekko. Als we ons die avond vergrijpen aan een 3 gangenmenu zitten deze beestjes gewoon op de lege tafels in het restaurant. Nature Lodge is echt een oase van luxe, sfeer en schoonheid.


Dag 17. Vrijdag 13 augustus - Joffreyville-Red Tsingy-Ankarana.
Spijtig genoeg moeten we weer afscheid nemen van de Nature Lodge en rijden om half 8 richting de Red Tsingy. We passeren onderweg het Reserve Analamera, een prachtig gebied met indrukwekkende uitzichten. De weg is erg slecht en onze 4x4 komt goed van pas. Taxi Brousses kunnen hier niet meer komen maar er is 1 taxichauffeur die het voor elkaar krijgt om het pad met een Renault 4 te bedwingen. Dat moet een rallycoureur zijn, kan niet anders. De dirtroad naar Red Tsingy is 17 km lang en we doen er erg lang over om bij de kloof te geraken. Onderweg stoppen we voor wat uitzichten op de Tsingy Rouge. We hebben het idee dat we naar een schilderij staan te kijken. Het waait er flink en je hoeft niet veel moeite te doen om honderden meters naar beneden te storten. Het kleurenspel doet ons denken aan Utah en Arizona. Op het einde van het pad maken we een korte wandeling naar beneden. De Tsingys zijn erg kleurrijk en hebben fantastische vormen aangenomen door de invloed van wind en regen. Dit is een uniek gebied in Madagaskar. Langs hetzelfde slechte pad rijden we na een uurtje weer terug voor de afslag naar Muhamasina waar we de lunch gebruiken in een lokaal tentje dat ondertussen het toerisme heeft omarmd. Het wordt eentonig maar alweer heel lekker eten.
Omdat het rond het middaguur erg warm is, stelt Floris voor om tot 3 uur te rusten en dan pas te gaan lopen in het Ankarana Special Reserve. Het reizen begint ondertussen zijn tol te eisen en we spreken af dat we voor de vlakke hike zullen gaan. We worden afgezet bij hotel Relais de L'ankanrana. Dit kleine hotel ligt vlak bij de ingang van het park en is nog maar 2 jaar open. De eigenaar is met pensioen en runt de tent samen met zijn vrouw en zoon. Ontzettend vriendelijke mensen en heeeeerlijk eten.
Na een uurtje snoezen op het grote bed beginnen we aan onze tocht naar de grijze Tsingys. Het is ondertussen half vier en niet meer zo warm. We lopen door een drooggevallen rivierbedding en langs grote Boababs naar de Limestone Karst Pinnacles. In dit gebied zijn veel grotten en canyons. Weer zien we lemuren (Crowned Lemurs) en kameleons maar we zien onze voeten eigenlijk nog het meest. De stenen zijn soms vlijmscherp en we willen onder geen beding een slipper maken. Eigenlijk hebben we in het Noorden veel meer Kameleons gezien dan in het Oosten, waarschijnlijk omdat de temperatuur hier wat hoger is en de beestjes meer in beweging zijn.
Deze Tsingys lijken geheel niet op de rode Tsingys van vanochtend. Dit is grijze harde steen die vlijmscherp is gemaakt door de erosie. De rotsformaties zijn groot en langs door- en ondergangen worstelen we ons een weg door het park. Uiteindelijk gaan we nog naar een viewpoint waar we een overzicht hebben over een heel veld met dit soort puntige rotsen en joekels van lavastenen.


Het begint na een kleine rustpauze echter snel donker te worden en we halen de zaklampen tevoorschijn. Het wordt pikdonker en we zien geen hand voor ogen meer. Er lijkt geen eind aan onze tocht te komen en de gedachte dat het vrijdag de 13e is begint Anita parten te spelen als Floris roept dat hij de weg is kwijtgeraakt.  Rob haalt ondertussen zijn GPS voor de zekerheid maar tevoorschijn. Floris loopt even vooruit en wij blijven achter in het grote donkere bos. Wat later roept Floris dat we hem moeten volgen. We moeten loodrecht omhoog klimmen over een grote rotspartij. Boven zien we gelukkig in de verte het licht van onze 4x4, waarin de chauffeur al geruime tijd op ons zit te wachten. Wat later staan we enigszins opgelucht op een campsite naast de auto. De reden voor dit ongemak is de Leaftale Gekko die Floris dolgraag wil laten zien. Hoog in een boom ziet hij een Gekko maar als we even later met de auto terugrijden hebben we geluk en zien een mooi exemplaar op en tak op slechts een meter hoogte. Het maakt een heleboel goed. Deze Gekko is een wonder der natuur qua camouflage. Het diertje heeft een kopje als een krokodil en een staart als een blad van een boom. Na het diner bij het hotelletje (het licht viel maar 1 keer uit) vallen we voldaan in slaap, onder het waakzaam oog van een grote bidsprinkhaan die ons vanaf het plafond scherp in de gaten houdt. Gelukkig heeft Anita dit nooit geweten.

Dag 18. Zaterdag 14 augustus - Ankarana - Ankify - Nose Be.
Rond 08.00 uur vertrekken we voor onze laatste etappe naar Nose Be. We nemen de weg naar Ankify over de nationale weg 6 en komen weer langs prachtige landschappen, dorpjes en plantages met  cacao-, koffie- en Ylang-bomen waar ze parfum van maken. We kopen wat verse vanille, pepers en ook stoppen we nog even bij een familie die cashewnoten aan het openslaan is. Eén van de dochters had waarschijnlijk nog nooit een grote witte man gezien en begint verschrikt keihard te huilen als ze Rob ziet. Hij is voor haar waarschijnlijk een groot wit spook en we hebben er samen met de familie hartelijk om moeten lachen.

Aangekomen in het haventje van Ankify ligt onze privé-motorboot al klaar om ons in een halfuurtje over het Mozambique kanaal naar onze eindbestemming op Nose Be te brengen. We nemen afscheid van Dino en Floris en bedanken ze voor de goede zorgen van de afgelopen dagen. Aan de overkant op Nosy Bay staat een taxibusje al te wachten om ons naar ons laatste hotel, L'Heure Blue te brengen. Bij aankomst zien we in 1 oogopslag dat we geen verkeerde keuze hebben gemaakt. Het is een zeer sfeervol rustig hotel met maar enkele bungalows, gelegen op een rots en uitkijkend over Madirokely Beach. Het temperatuurtje is goed (28 graden) en we stellen vast dat we hier onze laatste vakantiedagen wel door kunnen komen.

Dag 19. Zondag 15 augustus - Verblijf op Nose Be
Tijd genoeg om een keer uit te slapen, maar natuurlijk zijn we alweer om 06.00 uur wakker. Het is heerlijk ontwaken in ons bungalowtje, de schuifdeuren worden open gezet en vanuit het bed hebben we direct uitzicht op de baai, het strand en de zee. Na het ontbijt wandelen we het strand op en na een stukje lopen worden we al aangesproken door 2 jongens met de vraag of we met hun een toertje willen doen naar Nosy Komba en Nosy Tanikely, precies de 2 eilandjes die we nog graag willen bezichtigen tijdens ons verblijf op Nose Be. De prijs is 35 euro per persoon voor een gehele dag, inclusief lunch. Dat is dus een stuk goedkoper dan boeken in het hotel. We boeken dus op het strand en dinsdag zullen we de eilanden gaan bezoeken.

Het is gezellig druk op het strand, lokale mensen hebben vrij en zijn met hun gezinnen een dagje uit. De rest van de dag brengen we door met lekker luieren aan het zwembad. In L 'Heure Blue is er elke avond een keuzemenu, deze avond staan er ook oesters en langoesten op het menu. We worden erg verwend in dit hotel en het personeel is superaardig. Vooral Marie laat het ons aan niets ontbreken. Op het strand is ondertussen een feestje gaande. Nee he, dachten we, niet weer een chickendisco. Gelukkig was dit feestje rond 01.00 uur afgelopen.

Dag 20. Maandag 16 augustus - Verblijf op  Nose Be.
Rob gaat vandaag een paar duikjes maken en vertrekt om 07.15 uur naar de duikschool ( Tropical Diving). Anita besluit om toch maar te blijven luieren op het strand. Rond 08.00 uur vertrekt Rob voor de eerste duik op 4 wrakken die dicht bij elkaar liggen. De grootste is een vissersboot die moedwillig is afgezonken als duikobject. Hij ligt op max. 28 meter. Tussen de wrakken zwemmen grote Groupers en het wrak zit vol Scorpionfish. Een hele mooie Netmurene steekt zijn kop door een patrijspoort. Hierna vaart de boot door naar Nosy Tanikely voor een 2e duik van maximaal 1 uur. Hier is ontzettend veel te zien. Het visbestand is vergelijkbaar met de Malediven alhoewel er in dit jaargetijde geen Mantas en Walvishaaien voorbijzwemmen. Voor 2 duiken betaal je 200.000 Ariary (80 Euro) inclusief uitrusting. Niets mis mee, een prima duikschool. Bedenk dat het duiken in Madagaskar nog op een laag pitje staat en dat de eerste decotank pas in Kenya te vinden is!


Dag 21. Dinsdag 17 augustus - Nose Be - Nosy Komba - Nosy Tanikely.
Helaas alweer de laatste echt vakantiedag. Het is veel te snel gegaan allemaal. Om 08.30 worden we vanaf het strand opgehaald met een supersnelle boot naar Nose Komba en Nosy Tanikely. Onze medepassagiers zijn 3 Zuid-Afrikanen en 4 Fransen, het wordt een erg leuke maar vooral gezellige dag.
Als we aankomen op Nose Komba zien we dat dit eiland een stuk toeristischer is dan wat we tot nu toe gewend waren. De dorpelingen op Nosy Komba verkopen vanalles aan toeristen en verder leven ze voornamelijk van de visvangst. Bovendien leven er zwarte lemuren op het eiland en daar verdienen ze met de toeristen ook wat geld aan. De zwarte lemuren zijn redelijk tam en na het tonen van wat banaantjes komen ze heel gemakkelijk op je schouders zitten. De handjes van de lemuren voelen aan als die van een mens als ze met hun kleine vingertjes je hand omklemmen voor de stukjes banaan. Op Nosy Komba gaan we het Lemur Park in voor 2000 Ariary per persoon en onderweg staan er kinderen te zingen en te dansen en proberen de dorpelingen je wat te verkopen. Van opdringerigheid is echter totaal geen sprake. Ondertussen wordt op het strand ons eten klaargemaakt dat we straks zullen gaan nuttigen op Nosy Tanikeley.

Nosy Tanikely is een prachtig klein beschermd eilandje met felblauw gekleurd water. Het eiland is een Marine Reserve, wat zoveel betekent dat er in ieder geval niet gevist mag worden. Voor het Marine Park betalen we 10.000 Ariary p.p. Het is ondanks de drukte op het strandje geweldig snorkelen, er zit veel vis en het koraal is veelal ongeschonden. Naast vele kleurrijke koraalvissen, vijlvissen, Barracuda's en  anemonen zien we ook nog een Octopus en een grote Zonnester. Andere snorkelaars zien ook nog schilpadden. Rond het middaguur krijgen we de lunch geserveerd op een tafelkleed op het strand. We eten verse krab, Barracuda, Zebu- en garnalenspies, rijst en aardappelsalade. Ongelooflijk zo lekker, op een picknickkleedje met in de boomtoppen bruine lemuren en als achtergrond een straalblauwe zee. Waar vind je zoiets?

Hierna is er nog tijd voor een snorkeltochtje en om 15.00 uur verlaten we het paradijselijke eiland. De boottocht terug is veel spectaculairder dan in de ochtend door de hoge golven. Hele ladingen water plonzen in ons bootje maar we vliegen wel als een Miami Vice boot over de golven.

Dag 22. Woensdag  18 augustus - Nose Be en terug naar Antananarivo.
We genieten in de ochtend nog lekker van ons uitzicht, de bungalow en het zwembad. Van Marie krijgen we nog een afscheidscadeautje. Wat een lief mens. Tegen de avond is het dan toch echt tijd om afscheid te nemen. We vliegen immers om 18.45 uur terug naar Tana. De rit naar het vliegveld duurt ruim 3 kwartier en de taxi valt haast van ellende uit elkaar. We vragen ons af of we het wel gaan halen als er plots een harde knal klinkt. Och, een puthole, niks aan de hand.

We komen op tijd aan in Tana en Jonah van Ramartour staat ons al op te wachten. We kunnen nog een paar uurtjes naar het hotel Sifaka en mogen gebruik maken van een kamer om ons wat op te frissen. Onder het genot van een drankje evalueren we alvast de reis en kletsen wat bij over onze belevenissen.  Ook van Jonah ontvangen we nog een afscheidscadeau in de vorm van een mooi beschilderd zelfgemaakt vanilledoosje. We zijn blij en tevreden maar zeker ook wel moe. Deze indrukwekkende reis hadden we voor geen geld willen missen!
Om 01.05 uur vertrekt onze vlucht met Air France naar Parijs. Als we de Boeing 777 instappen schrikken we ons een hoedje. Wat staan die stoelen krap zeg. Het vliegtuig ziet er overigens van binnen niet echt jofel uit, een beetje smoezelig zelfs. Om iets over half 11 in de ochtend komen we aan op Charles de Gaulle waar we nog even moeten stoppen omdat er een Airbus A380 (de nieuwste en de grootste) voor ons raampje opstijgt. We worden met bussen naar een andere terminal gebracht en krijgen nog een bestraffing in de zin van een strenge controle. En dat terwijl we juist uit een vliegtuig komen. Nee, geef ons dan maar Air Madagaskar. We zullen trouwens in de toekomst proberen om bij Air France uit de buurt te blijven. Zoveel mensen zo krap in een vliegtuig stouwen is geen manier van doen. En dat noemt zich dan een partner van KLM. Snel verkopen!

De laatste etappe naar Schiphol duurt krap een uurtje met als toetje nog zicht vanuit de lucht op Sail Amsterdam. Dat hadden we echter beter niet kunnen zien want van Hoofddorp tot Rotterdam staan we weer als vanouds in de file door de drukte van het evenement. Hoera, we zijn weer terug in Nederland. Als we bij de Moerdijkbrug eindelijk Brabant binnenrijden voelen we de heimwee al weer opkomen.

Madagaskar: geen massatoerisme, vriendelijke mensen en een waanzinnige maar vooral unieke natuur verdienen veel meer toerisme dan nu het geval is. Gewoon doen en je zult er nooit spijt van krijgen, eerder heimwee!


De door ons bezochte nationale parken, eilanden, kustplaatsen en steden zijn Tana (Antananarivo), Mantadia NP, Analamazaotra NP (Andasibe), Manambato NP, Ankaninny Nofy Palmarium, Palmarium Private Reserve, Antsirabe, Ambositra, Ranofamana NP, Ambalavao, Anja Park, Isalo NP, Tulear, Diego, Ramena, Amber Mountain NP, Joffreyville, Red Tsingy, Ankarana, Nose Be, Nosy Komba en Nosy Tanikely.



Heb je iets aan onze informatie en/of ons reisverslag gehad, ga je zelf naar Madagaskar, heb je nog tips etc. We zouden het leuk vinden indien je ons laat weten dat je hier was, door een berichtje te schrijven in het gastenboek.
Welkom  op de Madagaskar reispagina
van Rob en Anita

Bij de voorbereiding van onze reizen nemen wij vaak op het internet reisverslagen van anderen door en doen zo ook weer nieuwe ideeën op. Zo kan ons reisverslag misschien behulpzaam zijn bij de voorbereiding van jouw reis. Wij kunnen terugkijken op een zeer geslaagde vakantie in Madagaskar. Als je ook van plan bent om een reis te gaan maken naar dit prachtige land, dan kun je uit ons verslag misschien nog ideeën opdoen.




Wij wensen je veel lees- en kijkplezier. Mocht je willen reageren, dan kun je ons via contactpagina een bericht sturen. Ook kun je een reactie achterlaten in ons gastenboek, hetgeen wij bijzonder op prijs stellen. In het verslag staan foto's maar je kunt ook naar ons foto-album, extra filmpjes, de route en extra reisinformatie surfen. Wij nodigen je dan ook van harte uit om het een en ander hier te ontdekken.
Reisverslag Madagaskar 2010